Iedere organisatie heeft belang bij medewerkers die bereid en in staat zijn om goede prestaties te leveren. Dit vraagt om bevlogen mensen die energie, toewijding en ‘flow’ bezitten, het gevoel dat de tijd voorbij vliegt.
Investeren in het versterken van bevlogenheid (Engels: engagement) loont. Uit diverse academische onderzoeken is gebleken dat bevlogenheid direct verband houdt met positieve organisatie-uitkomsten zoals productiviteit, vitaliteit, retentie, innovatie en klantloyaliteit.
Op dit moment gaat dan ook veel aandacht uit naar preventief personeelsbeleid: hoe kan de kennis en kunde van medewerkers optimaal worden ingezet. Sterke bevlogenheid staat in verband met een blijvende verhoging van de productiviteit van energieke medewerkers. Hierdoor ontstaat een duurzame inzetbaarheid, wat een win-winsituatie is voor zowel medewerker als organisatie.
De ZKM sluit uitstekend aan bij de ambitie om het beste uit mensen naar boven te halen én te houden. De methode wordt dagelijks met aangetoond succes toegepast in organisaties bij vraagstukken. Het is de enige methode in Nederland die voorafgaand, tijdens en een jaar na het traject de effectiviteit meet middels een landelijk evaluatiesysteem.
De methode kan worden ingezet bij de volgende vraagstukken:
Voorts versterkt de ZKM de bevlogenheid van mensen, doordat de methode aansluit bij twee essentiële hefbomen voor engagement: zelfwerkzaamheid en persoonlijke ontwikkeling. De medewerker wordt geïnspireerd en gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen handelen. Zelfsturing is een belangrijk uitgangspunt in de methode: ken jezelf, je potentieel en onderneem die acties die nodig zijn om je persoonlijke toekomstvisie werkelijkheid te laten worden.
5 redenen om als werkgever te streven naar bezielde enthousiaste werknemers
Na een ZKM zelfonderzoek kent de cliënt zichzelf beter. Medewerkers die een ZKM hebben gedaan geven aan meer grip op het eigen leven te hebben. Men krijgt inzicht in de (onbewuste) drijfveren, wensen en automatismen die ónder het eigen gedrag en keuzes liggen. Hierdoor ontdekt men patronen en thema’s in het eigen functioneren. De cliënt wordt geconfronteerd met zichzelf: met de gedachten, gevoelens en gedragingen die hem tot op heden hebben gevormd.
De coach helpt de cliënt om te (leren) reflecteren en confronteren, om verbanden en samenhangen te zien. Daarnaast leert hij begrijpen hoe ervaringen uit het verleden doorwerken in het hier en nu. Zoals in de manier waarop de cliënt nu keuzes maakt en de manier waarop hij communiceert en omgaat met anderen.